Hoe de wisselwerking tussen deze vijf werkwoorden een belangrijke rol spelen in de balans vinden in je perfectionisme.
In de natuur gaat het altijd over balans. Eb en vloed. Licht en donker. De zomer en de winter. Het één kan niet zonder het ander. Hetzelfde geldt voor je perfectionisme. Vaak willen we ons perfectionisme helemaal achter ons laten, omdat het zoveel stress met zich mee brengt.
Maar je perfectionisme hoeft niet weg. Het heeft je tenslotte ook veel gebracht. Het heeft echter nu de overhand, waardoor je er veel hinder van ondervindt.
De balans vinden in je perfectionisme heeft veel te maken met de werkwoorden: uitreiken, aannemen, dragen, leunen en buigen.
Wanneer je over alle vijf de bewegingen beschikt en je hierin kan afwisselen naar gelang de situatie, dan voel je je vrij en flexibel en is er een natuurlijke balans.
Uitreiken
Laat mij beginnen bij uitreiken. Het is één van de eerste dingen die we doen, wanneer we geboren worden. Je reikt uit naar je ouders. Het is een natuurlijk beweging. Als jong kind huil je, steekt je armen uit om opgepakt en getroost te worden. Met uitreiken in onze jongere jaren wordt bedoeld: het verlangen volgen om met de ander in contact te zijn, om jezelf (je behoefte) te laten zien.
Wanneer je ouder wordt gaat uitreiken veel meer over interesse tonen in anderen, verbindingen zoeken. Om hulp vragen is ook uitreiken. Wanneer je worstelt met een patroon van perfectionisme dan is hulp vragen iets wat je bijna niet meer doet. Je wil alles zelf oplossen. De overtuigingen ‘ik moet het alleen kunnen’ of ‘ik heb niemand nodig’ spelen hierin een belangrijke rol. Hulpvragen voelt vaak ook kwetsbaar.
Als je stopt met uitreiken is het gevolg dat je geen risico’s meer neemt. Je vraagt niets meer en laat ook niets meer toe. Ooit had je wel de behoefte, maar toen deze niet werden ingevuld heb je (onbewust) besloten om niet meer om aandacht, warmte en steun te vragen.
Perfectionisme zie je onder andere veel bij mensen die als kind meer behoefte hadden aan liefde, affectie en knuffels dan het gekregen heeft van zijn of haar ouders. En natuurlijk speelt hier ook het gevoel dat je hebt ervaren in je kindertijd, dat het niet goed genoeg was.
Aannemen
De andere kant van uitreiken is aannemen.
Aannemen ten aanzien van je patroon van perfectionisme gaat over kijken welke omstandigheden en gebeurtenissen je patroon van perfectionisme hebben doen ontstaan, zonder daar een oordeel over te hebben richting je ouders, zussen, broers, grootouders, leerkrachten, sportcoach of wie dan ook die in deze ervaringen een rol hebben gespeeld.
Wanneer je hier vrede mee hebt, wanneer je vrede hebt met je afkomst, je systeem van herkomst, dan voel je je goed geworteld. De waarheid aannemen geeft rust. Het betekent: loslaten van het kinderlijke idee hoe het had moeten zijn. Het is eigenlijk de illusie loslaten dat ‘het’ nog gaat komen als je maar lang genoeg wacht, roept of volhoudt. Het is de eerste stap in het loskomen van je perfectionisme.
Hoe werkt aannemen bij jou? Kan jij complimenten ontvangen? Kan je dankjewel zeggen zonder iets terug te moeten of willen geven? Kan je feedback aannemen?
Leunen
Ik denk zelf dat deze beweging één van de lastigste is om te maken wanneer je worstelt met perfectionisme. Je bent vooral gewend om te dragen. Dragen voelt comfortabel. Leunen betekent de overtuigingen die hierbij horen loslaten; ‘Ik moet sterk zijn‘ of ‘Ik moet alles zelf kunnen‘.
Leunen betekent dat je steun zoekt en vindt en kunt opladen. Leunen en dragen zijn in balans als je naast steun geven, ook steun kunt toelaten. Met andere woorden: kan jij je kracht, maar ook je kwetsbaarheid tonen? Kan of mag je om hulp vragen en ‘klein’ zijn? Heb je het gevoel dat je er nog bij hoort en heb je het gevoel dat je ook oké bent als je leunt. Durf je door je angst heen te gaan en te vertrouwen dat je op iemand anders mag en kan leunen.
Het vraagt van je om ook het ‘imperfecte’ deel van jezelf te tonen en het vertrouwen dat ondanks dat, er nog steeds van je gehouden wordt. Durf je erop te vertrouwen dat je dat deel van jezelf ook mag laten zien en dat je dan nog steeds goed genoeg bent. Het vraagt van je om te vertrouwen dat wanneer je leunt, je gedragen zal worden.
Feit is dat wanneer je goed kunt leunen, je ook op juiste wijze de andere kant kunt laten zien: dragen.
Dragen
Dragen is de andere kant van leunen. Wie leunt, wordt gedragen. Wie wil leunen heeft een drager nodig. Dragen is zeker een kwaliteit. Wanneer je mag dragen voor iemand betekent dat diegene je vertrouwt. Dragen is een heel vervullende kant.
Dragen is wat je veelvuldig doet als je worstelt met een patroon van perfectionisme. Alleen in de context van perfectionisme draag je niet zoals dragen bedoeld is, maar draag je om een leegte te vullen. Je probeert de sterke behoefte aan goedkeuring, liefde en aandacht te vullen, die je ooit gemist hebt in je eigen voorgeschiedenis. Hierdoor wordt dragen een valkuil.
Als dragen een valkuil is geworden, dan gaat het vaak over in dragen voor anderen. Alles oplossen voor de ander. Dragers verliezen hun eigen grenzen gemakkelijk uit het oog. Ze weten niet wanneer het genoeg is. Degene die veel draagt, wil hierin gezien worden.
Bij perfectionisme uit dit zich in dwangmatig zorgdragen voor anderen, pleasen, overal JA op zeggen om je maar gewaardeerd en geliefd te voelen. Op zoek naar de bevestiging dat jij goed genoeg bent. Je kunt dat niet meer uit jezelf halen, je hebt daar de bevestiging van anderen in nodig.
Buigen
Buigen. Ik noem het ook wel aanvaarden. Het drukt uit dat je accepteert, respecteert en dingen eerbiedigt die je niet meer kunt veranderen en waar je geen invloed meer op kunt uitoefenen. Buigen is niet hetzelfde als als ergens voor zwichten. Je buigt volledig bewust en vol overgave.
Je buigt voor je verleden en het verhaal dat daarbij hoort, je buigt voor de personen die bij je verhaal horen. Je buigt voor de keuzes die je hebt gemaakt. Elke keuze is de beste keuze geweest op dat betreffende moment. Voor wie en waar je toen was. Soms pakken keuzes nadelig uit. Dan is het belangrijk om ervoor te buigen. Wanneer je buigt ontstaat er rust. De rust en ruimte waardoor je een beweging voorwaarts kunt maken.
In beweging
Balanceren in je perfectionisme betekent dus de beschikking hebben over alle vijf de bewegingen en hierin kunnen afwisselen naar gelang de situatie. Dan voel je je vrij, flexibel en kan je echt aansluiten bij de ander(verbinding).
Vrij voelen, ruimte, flexibel en in verbinding zijn. Het zijn de woorden die ik vaak hoor, wanneer ik vraag wat wil je bereiken? Hoe voel jij je wanneer het patroon van perfectionisme achter je ligt? De sleutel ligt voor een groot en belangrijk deel dus in de balans en daarmee de wisselwerking tussen deze (systemische) werkwoorden.
Hoe herken jij de vijf bewegingen in je leven? Wat begrijp je ervan? En snap je hoe het zo gekomen is?
In 1-op-1 gesprekken werk ik regelmatig met deze werkwoorden. Wil je hier meer over weten? Stuur mij gerust een berichtje.
Bron: In 10 stappen systemisch coachen, Yvonne Stams en Peter Dalmeijer.