We leven in een wereld waar ‘goed genoeg’ vaak niet meer goed genoeg voelt. Waar verwachtingen – van onszelf, van anderen, van de maatschappij – continu op ons drukken. En waar perfectionisme vaak wordt geprezen als een kwaliteit, terwijl het in werkelijkheid de verbinding met onszelf én met anderen flink onder druk kan zetten.
Wat vaak onderbelicht blijft, is precies dat: de impact van perfectionisme op onze relaties. Relaties vragen om aanwezigheid, aandacht en kwetsbaarheid. En laat dat nu net de dingen zijn die bij perfectionisme op scherp staan.
Misschien herken je dit:
- Je zit met je gezin aan tafel, maar in gedachten ben je al bij de vergadering van morgen.
- Je luistert naar een vriend(in), maar ondertussen ben je bezig met of je je werk wel goed genoeg hebt gedaan.
- Je helpt iedereen om je heen, maar voelt je ondertussen leeg of onzichtbaar.
Je bent er wél, maar niet helemaal. Omdat je hoofd overloopt. Omdat je bang bent om niet te voldoen. Omdat je onbewust een versie van jezelf laat zien die ‘acceptabel’ is – keurig, behulpzaam, sterk – maar niet volledig.
Want als je niet meer weet wie je echt bent (onder alles wat moet, hoort of verwacht wordt), dan raak je langzaam de verbinding met jezelf kwijt.
En die verbinding met jezelf is precies wat nodig is om oprecht contact te maken met anderen. Want de mate waarin jij jezelf écht kunt zien – met alles wat je bent, inclusief de delen die je misschien liever verstopt – bepaalt hoeveel van jezelf je durft te laten zien. En pas als jij jezelf laat zien, kun je ook werkelijk gezien worden.
Het vraagt moed om ook je minder mooie kanten toe te laten. Om oké te zijn met zowel je kwaliteiten als je schaduwkanten. Om niet alleen je prestaties te tonen, maar ook je twijfels, je angsten en je imperfecties. Maar dát is waar echte verbinding ontstaat. Niet op de pieken van perfectie, maar in de diepte van het menselijke zijn.
Ik stel in mijn werk vaak deze vragen aan mensen die zeggen: “Ik doe alles, maar ik voel me niet gezien of gewaardeerd.”
Dan vraag ik:
- Maar in welke mate kun jij jezelf eigenlijk zien?
- Welke delen van jezelf mochten vroeger wel gezien worden? En welke niet?
- Wat houd je nu nog steeds verborgen – uit bescherming, gewoonte of angst?
Ze zijn confronterend, ja. Maar ook bevrijdend. Want pas als we onszelf durven zien in onze volle menselijkheid, inclusief het ongemak, kan er iets verschuiven. Dan kunnen we echt verbinden – met onszelf, met anderen.
Het is niet onze perfectie, maar juist onze kwetsbaarheid die brug slaat naar echte verbinding.
Cabaretier en filosoof Tim Fransen verwoordde het ooit treffend:
“De mens als mens is de mens als kluns.”
We falen onvermijdelijk. En precies daarin ligt onze gedeelde menselijkheid. Niet in onze prestaties – die ons juist onderscheiden – maar in onze kwetsbaarheid. Dáár zit verbinding. Dáár zit echtheid.
Dus misschien is dit een uitnodiging.
Om vandaag iets minder je best te doen om perfect te zijn.
En iets meer jezelf te zijn.
Wie weet wat of wie je dan ontmoet.
Misschien wel jezelf.
En van daaruit: de ander.